Schematherapie

Schematherapie is ontwikkeld door J. Young voor de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. Deze therapie combineert cognitieve, gedragsmatige en experiëntiële technieken. Schematherapie zoekt de oorsprong van gedragspatronen, waardoor die beter te veranderen zijn. Daarbij gaat het om jeugdervaringen en patronen in het dagelijkse leven.  

Schematherapie gaat uit van zogeheten disfunctionele schema’s die in de jeugd worden gevormd. Zo’n schema kan worden geactiveerd als je wordt geconfronteerd met omstandigheden die lijken op wat je vroeger hebt meegemaakt. Daardoor interpreteer je de situatie niet goed, wat gepaard kan gaan met heftige emoties. Bij cliënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen deze schema’s hardnekkig en extreem zijn.

Schematherapie helpt om te komen tot schema’s die flexibeler en minder extreem zijn. Met adequate copingstrategieën verandert het gedrag en daarmee veranderen ook gedachten en gevoelens. De therapie leidt tot een positiever zelfbeeld en een genuanceerder wereldbeeld. De therapeut focust daarbij op voelen (experiëntiëel), denken (cognitief) en doen (gedragsmatig).

Schematherapie is nog sterk in ontwikkeling. Het meest recent zijn schematherapeutische behandelingen voor hardnekkige klachten, zoals angst-, eet- en stemmingsstoornissen. Sommige van deze toepassingen zijn inmiddels aan een kritische wetenschappelijke toets onderworpen, andere zijn nog in het experimentele stadium.

nl_NLNL